Van waar komt het aanvullend pensioen in de Vlaamse non-profit?

Het aanvullend pensioenstelsel in de sector is in werking getreden op 1 januari 2011, maar was reeds lang in wording. Het sociaal akkoord (VIA-akkoord) 2006-2010 voorzag beperkte middelen om een tweede pensioenpijler in de sector uit te bouwen. Om dit te realiseren werd een vzw Spaarfonds opgericht om de financiële middelen te beheren en de praktische uitwerking te bestuderen en het pensioenstelsel voor te bereiden.

De sociale partners hebben na lang beraad in 2010 beslist om een eigen pensioenfonds op te richten. Dit pensioenfonds staat in voor de concrete uitwerking van het sectoraal pensioenstelsel (het administratief beheer, het beheren van de middelen, de boekhoudkundige verwerking, enz.). Het pensioenfonds wordt paritair beheerd door de werkgevers- en werknemersorganisaties van de sector en streng gecontroleerd door de overheid via de FSMA (de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten). De beloofde overheidsdotaties werden voor de periode 2006-2010 eind 2011 volledig doorgestort door de Vlaamse Gemeenschap en de goedkeuring om van start te gaan werd door de FSMA gegeven op 8 mei 2012.

De sociale partners hebben gekozen voor een eigen pensioenfonds omwille van volgende redenen:

  • Onafhankelijkheid: de sector wil niet afhangen van andere instellingen bv. een verzekeraar;
  • Transparantie: de sector wil zoveel mogelijk transparantie bieden zowel op het niveau van de kosten als het rendement voor de aangeslotenen;
  • Autonomie: de sector wil alle mogelijkheden naar het toekomstig beheer open houden en hier autonoom over kunnen beslissen;
  • Onderaannemers: de sector wil deze zelf kunnen kiezen en zelf kunnen bepalen welke taken in eerste instantie uitbesteedt worden, maar die later eventueel binnen de eigen organisatie kunnen verricht worden. De belangrijkste onderaannemers zijn verantwoordelijk voor het databeheer, de boekhouding, de pensioenadministratie, de financiële beleggingen, de actuariële studies, de compliance officer, de erkende commissaris/revisor en de interne auditor.

Het pensioenfonds wordt streng gecontroleerd door de overheid via de FSMA (de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten). Het pensioenfonds dient immers ten allen tijde alle verworven pensioenkapitalen te kunnen uitbetalen. De wet op de aanvullende pensioenen voorziet dat actieve aangeslotenen bij hun pensionering minstens een rendement van 1,75% moeten behaald hebben op het voor hen gespaarde pensioengeld. Er worden reserves aangelegd die beheerd worden door twee vermogensbeheerders. Zij opereren met strikte richtlijnen inzake het beleggingsbeleid dat twee belangrijke kernpunten kent, namelijk duurzaam en verantwoord beleggen op basis van ethische, sociale en duurzaamheidsfactoren, en tegelijk een accent op veilig en rendabel beleggen met een laag risiconiveau. De Raad van Bestuur stippelt dit beleid uit en wordt hierbij bijgestaan door een Financieel Adviescomité waarin naast vertegenwoordigers uit de Raad van Bestuur ook onafhankelijke experten zetelen.

<< Terug naar het overzicht FAQ’s werknemers